In het Brokopondo-district ligt het Brokopondostuwmeer het is een groot meer en ongeveer veertig meter diep en heeft een oppervlakte van 135.000 hectare. Toen de stuwdam aangelegd werd, is het gebied dat onder water zou lopen niet kaalgekapt. Daardoor steken er stammen van bomen boven het water uit, voor een deel waren de bomen Walaba”s (bijlhout) en groenhout. De houtsoorten hebben zolang onder water gelegen en hoeven vaak niet meer chemisch behandeld te worden tegen insecten. Daarnaast is het hout zo sterk dat het na tientallen jaren nog niet is gaan rotten.
In 1915 werd bauxiet in Suriname ontdekt andere in het district Marowijne maar ook elders. Om bauxiet te verwerken tot aluminium is veel elektriciteit nodig. Deze zou kunnen worden opgewekt met waterkracht. Daartoe ontwierp W.J. van Blommestein de stuwdam van 54 meter hoog in de Surinamerivier (officieel Prof. dr. ir. W.J. van Blommesteinmeer genoemd). De stuwdam zou aanvankelijk bij Brokopondo worden gebouwd, maar het enkele kilometers stroomopwaarts gelegen Afrobaka bleek meer geschikt. De stuwdam heet dan ook Afobakadam.
Vanaf het meer is de top van de heuvel Brownsberg te zien. Brownsberg ligt in een natuurpark en is ruim 12.200 hectare groot. In 1958 sloten de Surinaamse regering en Alcoa de Brokopondo-overeenkomst. Deze gaf Alcoa (amerikaans Alminiumproducent) recht op goedkope elektriciteit en een concessie van 75 jaar voor het delven van bauxiet in ruil voor het bouwen van onder meer de stuwdam en de waterkrachtcentrale.
Met de bouw van de hoofdstuwdam werd begonnen in 1960. Hij werd 1,3 km lang. Er moesten ook 14 hulpdammen gebouwd worden om te verhinderen dat het water wegliep.Op 6 februari 1964 werd de hoofddam gesloten en enkele maanden later was het meer vol genoeg en kon met het door waterkracht opwekken van elektriciteit worden begonnen. De volledige vulling van het meer duurde door extreem lage regenval gedurende de eerste twee jaren. De turbines hebben een elektrisch vermogen van 189 MW.
In verband met het ontstaan van het meer moesten ongeveer vijfduizend marrons verhuizen. Voor hen werden transmigratiedorpen ingericht, maar de huizen waren erg klein en de toegezegde schadevergoeding was ca. 6 gulden per persoon. Een van de ambtenaren die bij de herhuisvesting waren betrokken was de latere legerleider Desi Bouterse. De dieren in het gebied werden zo veel mogelijk gered (Operatie Gwamba).
Op 31 december 2019 heeft Alcoa de eigendom van de waterkrachtcentrale overgedragen aan de overheid. Vervolgens is de Staatsolie Maatschappij verantwoordelijk geworden voor het beheer van de dam. De capaciteitsbenutting van de centrale is zo’n 55% mede door onvoldoende wateraanvoer.
Door de uitvoering van het OpoJai project wil Staatsolie de watertoevoer verbeteren. Door het water van de Tapanahoni om te leiden naar het stuwmeer is de verwachting dat de capaciteitsbenutting zal toenemen tot 88%.
Suriname heeft (in 2012) voornamelijk door dit stuwmeer de laagste afhankelijkheid van fossiele brandstoffen in het Caraïbische gebied. 95% van de elektriciteit van het land wordt door hydroëlektrische opwekking gedekt. Dat komt overeen met 26% van de totale energiebehoefte van het land. De visstand heeft door de sluiting van de dam en het opvullen van het meer grote veranderingen ondergaan. Vóór de sluiting kwamen er zo’n 172 soorten vis in de Surinamerivier voor en erna slechts 41 soorten aangetroffen. In 2020 heeft de Surinaamse overheid nog steeds niet volledig grip op de vaak illegale activiteiten van de goudgravers dat laat het stuwmeer niet onberoerd.